Slechts vier Belgen nemen dit jaar deel aan de Dakar op de motor en twee daarvan zijn de kameraden en schoonbroers, Gwen Backx en Joris Van Dyck. Zij maken hun jeugddroom waar om voor de eerste keer te starten in de Dakar. Dat debuut had vorig jaar al plaats moeten vinden, maar toen moesten ze forfait geven na een val in de Rally van Marokko.
“De Dakar is een kinderdroom die in vervulling gaat,” vertelt Gwen Backx, gespecialiseerd in grondboringen. “Mijn vader René heeft twee keer de Dakar gereden in 2005 en 2007. Natuurlijk wilde ik graag in zijn voetsporen treden, want ik heb van kindsbeen af de Dakar op televisie gevolgd. Ik kijk niet naar het klassement. Ik wil gewoon genieten van het avontuur en de finish bereiken,” vertelde Gwen, die tijdens de proloog twee navigatiefoutjes maakte en daardoor wat tijd verloor.
Joris Van Dyck, de schoonbroer van Gwen, maakt ook zijn debuut in de Dakar. “Jaren heb ik in België enduro gereden. Ik maakte tochten van 300 km door België, volledig op onverhard en op basis van mijn zelf uitgestippeld roadbook. Het is tof dit avontuur aan te gaan samen met mijn schoonbroer, maar op de piste gaan we elk onze eigen weg.”
Joris vond vandaag alvast de juiste weg op de proloog van 27 km in Alula. Hij klokte met zijn Husqvarna de 73ste tijd op 9’08” van de scratch van de Spanjaard Schareina. “Na een verbinding van 70 km, volgde de eigenlijke proloog die wel wat uitdagingen bevatte, met mul zand en grote stenen. In het begin zat een moeilijk stuk om te navigeren en daar koos ik gelukkig de juiste route, zodat ik een mooi resultaat neer kon zetten,” verklaarde Joris. Het echte werk begint natuurlijk morgen met een etappe van 541 km tussen Alula en Al Henakiyah, waarvan 414 km tegen de klok.
